mogelijke onderdelen interventie autisme

Mogelijke onderdelen van interventie

Nadat er is gekeken naar de specifieke situatie van het kind en het gezin kun je een persoonlijk interventieplan maken. Mogelijke onderdelen van dit plan zijn:

Voorlichting voor de ouders

Meestal hebben ouders (meer) uitleg over autisme nodig. Het is goed om met hen te bespreken wat autisme voor de ontwikkeling van hun kind kan betekenen, nu en in de toekomst. Ook is uitleg nodig over het profiel van het kind. Binnen zijn/haar ontwikkeling: wat zijn dan de sterke kanten en de aandachtspunten? En binnen de omgeving (gezin en school of dagopvang)?

De voorlichting (psycho-educatie) kan één-op-één of in een groep gegeven worden. De kennis die de ouders opdoen helpt vaak al. Zij gaan (of de bredere omgeving) anders kijken en handelen naar hun kind. Vaak ontstaan zo al ideeën over waar de volgende stappen van interventie zich bij voorkeur op zouden kunnen richten.

Behandelen van bijkomende problemen

Regelmatig gaat autisme samen met één of meerdere andere problemen. Vaak zijn deze ‘bijkomende’ problemen erg storend in hoe het gaat met het kind en het gezin. Behandel deze problemen dan eerst. Het is hierbij belangrijk dat dit bijkomende probleem niet als een los probleem wordt gezien. Maar dat in de behandeling aandacht is voor de samenhang met autisme. En met hoe het met het kind en het gezin gaat.

Bevorderen van de algehele ontwikkeling van het kind

Een belangrijk doel van interventie is dat het kind zo veel mogelijk toekomt aan de ‘normale’ ontwikkeling, zoals elk ander kind.

Verbeteren van de omgeving van het kind

De omgeving van het kind speelt een belangrijke rol bij het behandelen van (gedrags)problemen. Het is daarom goed te kijken hoe deze omgeving verbeterd kan worden. Welke aanpassingen thuis en op de opvang of school zijn er mogelijk om overprikkeling en stress af te laten nemen? Of is de omgeving juist te beschermend en komt het kind daardoor te weinig in ontwikkeling? Het aanpassen van de omgeving kan eraan bijdragen dat het kind weer toe kan komen aan de ‘normale’ ontwikkeling.

deel: