omgeving doel interventie autisme

Omgevingsgerichte doelen bij interventie van autisme

Omgevingsgerichte doelen richten zich op het gezin, maar ook op een bredere context, zoals de buurt, de school of dagopvang en/of de vrijetijdsbesteding.  Het helpt om goed af te stemmen tussen de verschillende omgevingen, zodat de aanpak overal in grote lijnen overeenkomt. De domeinen waarop de interventie zich kan richten zijn:

Verbeteren van de balans tussen draagkracht en draaglast van het gezin

Interventie gericht op het gezin kan zeer verschillend zijn en is afhankelijk van waar de behoeften en de mogelijkheden liggen bij ouders. Soms kan het gezin sterk overbelast zijn en is hiervoor in eerste instantie aandacht nodig. Hierbij kun je denken aan bijvoorbeeld de inzet van extra specialistische opvang voor het kind met autisme of juist de opvang van broertjes en zusjes.

Versterken ouder-kindrelatie

Als sprake is van autisme verloopt de ouder-kindrelatie minder vanzelfsprekend. Globaal zijn er twee typische interactiepatronen te onderscheiden die regelmatig voorkomen.

Enerzijds zien we de relatie waarbij weinig of voornamelijk functioneel contact is. Het kind laat van zich horen als het iets wil. Op andere momenten laat het kind weinig interesse zien in de ouder. Het gevolg kan zijn dat de ouder steeds minder initiatieven neemt in het contact, omdat het kind niet laat merken dat het dit wil of omdat het kind zelfs afwerend reageert op de initiatieven van de ouder.

Anderzijds zien we regelmatig de relatie waarbij ouders en kind uitgeput zijn. Het kind is regelmatig ontregeld, niet zelden al vanaf de babytijd. De ouders hebben bijvoorbeeld nog niet een manier kunnen vinden hoe zij hun kindje kunnen troosten als het van slag is, kunnen voorkomen dat het van slag raakt of kunnen helpen te ontspannen wanneer het moet gaan slapen. Deze relatie is gespannen en ouders en kind dreigen met elkaar in een negatieve spiraal te raken waarbij steeds minder ruimte is voor positieve momenten. Interventie kan dus ook gericht zijn op het versterken van de band tussen ouder en kind.

Ondersteunen emotionele aanpassing ouders: Rouw, acceptatie, bijstellen verwachtingen

Wanneer ouders net een diagnose van hun kind hebben gekregen, is kennis over wat autisme inhoudt vaak een eerste doel. Niet alleen voor de ouders zelf, maar ook voor broertjes en zusjes, opa’s, oma’s of andere belangrijke mensen in de omgeving. Een kind met autisme vraagt niet alleen een praktische aanpassing, maar ook een emotionele aanpassing. Ouders verliezen in feite het kind dat zij voor ogen hadden, evenals de fantasieën die ze misschien hadden als gezin. Het is van belang in de hulpverlening aandacht te hebben voor dit rouwproces, al kunnen de behoeften bij ouders hierin enorm verschillen.

Bieden van orthopedagogische adviezen

Een kind met autisme vraagt pedagogische aanpassingen binnen het gezin. Denk hierbij aan:

  • Verschuiven van prioriteiten en verdeling van taken tussen de ouders
    Maak bijvoorbeeld een duidelijke rolverdeling voor het naar bed brengen van het kind of voor taken tijdens het eten. Let wel op dat er ook gewisseld kan worden!
  • Bieden van een (nog) duidelijkere structuur
    Bijvoorbeeld door overzicht te bieden met behulp van plaatjes en stappen uit te tekenen binnen een vaardigheid als ‘aankleden’. Ook kan een dagstructuur uitgetekend worden met pictogrammen.
  • Vaste rituelen introduceren
    Voor jongere kinderen kan het helpend zijn om meer aandacht te hebben voor vaste rituelen en bijvoorbeeld liedjes te gebruiken, al dan niet gecombineerd met een voorwerp, om het kind te helpen een overgang te maken. Bijvoorbeeld: Bij het naar bed gaan de pyjama laten zien of voelen om alvast de associatie met naar bed gaan op te roepen.
  • Prikkels doseren
    Adviezen gericht op de specifieke prikkelverwerking van het kind kunnen ouders inzicht geven in hoe zij prikkels kunnen doseren, hoe zij kunnen herkennen waar hun kind door ontregeld raakt en hoe ze dit kunnen voorkomen. Veel ouders worstelen met de balans tussen toegeeflijk zijn (in de hoop zo ontregeling te voorkomen) en grenzen stellen aan het gedrag van het kind. In de begeleiding kan aandacht zijn voor huisregels en verwachtingen die enerzijds passen bij de mogelijkheden van dit kind en anderzijds bij wat voor dit gezin belangrijk is.
  • Aandacht voor balans binnen het gezin.
    Het is vaak een grote uitdaging om voldoende balans binnen het gezin te houden, waarbij aandacht kan zijn voor wat ieder gezinslid nodig heeft en niet alleen tegemoet te komen aan de (ogenschijnlijke) behoeften van het kind met autisme. Zorg dat de ouders ook voldoende aandacht geven aan het niet-autistische kind, door bijvoorbeeld eens iets alleen met dat kind te ondernemen. Zo krijgt dat kind de individuele aandacht die het nodig heeft.
  • Betrekken van de externe omgeving
    De ondersteuning strekt zich ook verder uit naar andere omgevingen waar het kind verblijft, zoals een crèche, dagverblijf of school. Het helpt om goed af te stemmen tussen de verschillende omgevingen, zodat de aanpak thuis in grote lijnen overeenkomt met die op school, bijvoorbeeld in het gebruik van pictogrammen.
deel: