afwachten of actie ondernemen bij autisme

Afwachten of actie ondernemen

Ouders van kinderen met autisme (ASS) geven regelmatig aan: “Ik had al vanaf dat hij een baby was het gevoel dat er iets niet klopte, dat hij anders was, maar iedereen zei dat het vanzelf wel goed zou komen.” Toch krijgen deze kinderen en hun ouders niet altijd op tijd hulp.

Professionals die willen afwachten

Professionals in de nulde en eerste lijn (zoals een jeugdarts of huisarts) wachten vaak af bij ontwikkelingsproblemen bij jonge kinderen. Bij de meeste kinderen die zij zien zijn de problemen namelijk van voorbijgaande aard.

Soms blijken de problemen serieuzer te zijn of niet weg te gaan. De volgende stap is dan laagdrempelige hulp. Als deze hulp niet (genoeg) werkt, kan je intensievere of meer gespecialiseerde hulp aanbieden. In sommige gevallen is deze werkwijze passend. Maar in het geval van autisme kan dit onnodig vertraging opleveren. Hierdoor raken ouders en kind gefrustreerd, omdat de geboden hulp onvoldoende aansluit.

Ouders die willen afwachten

Soms zijn ouders nog niet toe aan een stap richting de specialistische GGZ (s-GGZ). Veel ouders van jonge kinderen twijfelen of onderzoek al nodig is. Zij wachten liever de ontwikkeling van hun kind af. Zeker als zij zelf geen grote problemen ervaren in de opvoeding van hun kind.

Redenen om actie te ondernemen

Het is geen makkelijke keuze of een heel jong kind met mogelijk autisme specialistische hulp nodig heeft. Niet voor ouders en niet voor professionals. Toch zijn er goede redenen om wél actie te ondernemen:

  • Jonge kinderen leren snel
    De hersenen van jonge kinderen (zeker onder de 3 jaar) zijn flexibeler dan die van oudere kinderen of volwassenen. Jonge kinderen leren daardoor gemakkelijker nieuwe vaardigheden aan.
  • Voorkomen dat ouders en kind gefrustreerd raken
    Soms blijken de problemen van het kind serieuzer te zijn of niet weg te gaan. De volgende stap is dan laagdrempelige hulp. Als deze hulp niet (genoeg) werkt, kan je intensievere of meer gespecialiseerde hulp aanbieden. In sommige gevallen is deze werkwijze passend. Maar in het geval van autisme kan dit onnodig vertraging opleveren. Hierdoor raken ouders en kind gefrustreerd, omdat de geboden hulp onvoldoende aansluit.
  • Andere ontwikkelingsproblemen voorkomen
    In de eerste vier levensjaren groeien kinderen snel en op verschillende gebieden tegelijk. Ze ontwikkelen zich motorisch, emotioneel, cognitief, sociaal en ook op taal- en spraakgebied. Deze ontwikkelingsgebieden zijn sterk met elkaar verweven. Nieuwe dingen leren op het ene gebied beïnvloeden ook de ontwikkeling van een ander gebied. Leren lopen is bijvoorbeeld een ontwikkeling op motorisch gebied. Maar het heeft ook invloed op de ontwikkeling van het begrijpen van dingen (cognitie). De wereld van het kindje wordt namelijk groter en daardoor kan het meer ontdekken. Omgekeerd kan een probleem op het ene gebied ook een negatief effect hebben op andere gebieden.
deel: