vroege kenmerken autisme

Vroege kenmerken van autisme (ASS)

Hoe herken je autisme bij kinderen? Er zijn bepaalde kenmerken in het gedrag van jonge kinderen die kunnen wijzen op een autisme spectrum stoornis (ASS). Kenmerken van autisme kunnen bijvoorbeeld zijn dat je kind:

  • anderen weinig aankijkt of weinig naar anderen lacht;
  • niet reageert als het wordt aangesproken;
  • weinig interesse heeft in andere mensen;
  • moeilijk te troosten is;
  • weinig brabbelt of de taal komt moeizaam op gang;
  • weinig gevarieerd speelt;
  • extreem boos kan worden om kleine dingen;
  • nauwelijks reageert als hij/zij zich bezeert;
  • heel veel moeite heeft om in- of door te slapen;
  • eetproblemen heeft;
  • zeer gericht is op bepaalde onderwerpen of details.

Hieronder vind je een overzicht van zogenoemde ‘alarmsignalen’ voor kinderen van 0-4 jaar en voor kinderen van 4-6 jaar. Voor oudere kinderen is (nog) geen betrouwbare lijst vrij online beschikbaar.

Kenmerken van autisme bij kinderen tot 4 jaar

In onderstaand overzicht staan een aantal kenmerken die kunnen voorkomen bij jonge kinderen (tot 4 jaar). Deze symptomen wijzen misschien op autisme.

Lacht niet naar anderen (vanaf 12 maanden)

Je zoekt contact met je kind en lacht naar hem of haar. Maar je kind reageert niet. Je kind is minder gericht op anderen in de omgeving. Ook is je kind minder geneigd om terug te lachen als anderen naar hem of haar lachen. Zelf neemt je kind minder vaak initiatief om met de ander plezier te delen door naar hen te lachen.

Reageert niet wanneer hij/zij wordt toegesproken (vanaf 12 maanden)

Als je kind toegesproken wordt met zijn/haar naam lijkt het doof. Je kind reageert minder goed of helemaal niet en kijkt niet of nauwelijks op.

Brabbelt niet (vanaf 12 maanden)

Je kind maakt geen of weinig geluiden die lijken op woorden en brabbelt niet of maar weinig tijdens spel.

Maakt geen gebaren (wijzen en zwaaien) (vanaf 12 maanden)

Je kind maakt nog geen gebaren en/of wijst nog niet. Voorbeelden van gebaren zijn: ja-knikken, nee-schudden, zwaaien, een gebaar voor ‘op’ of ‘weg’.

Heeft geen interesse in andere mensen (vanaf 12 maanden)

Je kind is vooral op zichzelf gericht en heeft weinig aandacht voor de mensen in de omgeving. Hij/zij is bijvoorbeeld weinig nieuwsgierig naar de inbreng van een volwassene in het spel of kijkt weinig naar wat andere kinderen doen.

Maakt geen functioneel gebruik van woorden (vanaf 18 maanden)

Je kind gebruikt geen woorden (of klanken die op woorden lijken) om aan te geven dat het iets wil of om ergens de aandacht op te richten.

Gebruikt geen 2-woordzinnen (anders dan papegaaien) (vanaf 24 maanden)

Je kind gebruikt geen spontane zinnen van twee woorden om te communiceren. Bijvoorbeeld: ‘auto rijden’ of ‘koek hebben’. Hier wordt dus niet het herhalen van wat een ander zegt zonder de intentie om te communiceren bedoeld (papegaaien). Natuurlijk kan dit signaal naast risico op autisme ook wijzen op bijvoorbeeld een taalontwikkelingsproblemen zonder autisme.

Elk verlies van taal of sociale vaardigheden (Iedere leeftijd)

Je kind kan dingen niet meer of minder goed, die het eerst wel kon. Bijvoorbeeld als het gaat om taal of sociale vaardigheden. Voorbeelden hiervan zijn:

  • je kind houdt op met praten.
  • je kind zwaait niet meer.
  • je kind maakt geen of weinig oogcontact.

Terwijl je kind dit eerder wel deed.

Als je kind dingen niet meer of minder goed kan, is dat zorgelijk. Op welke leeftijd dan ook. Tenzij het duidelijk gerelateerd is aan omstandigheden en het tijdelijk is.

Bron: Dietz, C. (2007). The early screening of Autistic Spectrum Disorders. Gildeprint: Enschede

Als je één of meer van bovenstaande kenmerken bij je kind herkent, hoeft het zeker niet zo te zijn dat je kind autisme heeft. Maar het kan wel een goede reden zijn om verder te onderzoeken of er iets aan de hand is. Een goede volgende stap is dan het invullen van de vragenlijst CoSoS (Communicatie en Sociale ontwikkeling Signalen).

LET OP! Het kan zijn dat je geen van de kenmerken van toepassing vindt op je kind, maar dat je je toch zorgen maakt. Ook dan kan het nuttig zijn om de CoSoS-vragenlijst in te vullen. Daarin zijn namelijk nog meer kenmerken van autisme opgenomen. Bijvoorbeeld omdat je kind:

  • moeilijk te troosten is;
  • slaapproblemen heeft;
  • eetproblemen heeft;
  • anderen bijt of slaat zonder duidelijke reden;
  • zich voortdurend aan jou vastgeklampt;
  • erg angstig is voor nieuwe situaties.

Start de vragenlijst CoSoS >

Kenmerken van autisme bij kinderen van 4 tot 6 jaar

Voor de leeftijdsgroep 4–6 jaar bestaat de signalenlijst van Dietz & Berckelaer (2013) waarin autisme kenmerken staan. In deze lijst staan signalen die kunnen wijzen op autisme bij kinderen van 4-6 jaar. De signalen zijn ondergebracht in vier gebieden: sociale interactie, communicatie, stereoptypieën en prikkelverwerking.

1. Sociale interactie

  • heeft moeite met het maken van oogcontact;
  • vindt het lastig om vriendschappen met leeftijdsgenootjes aan te gaan en te onderhouden;
  • heeft geen oog voor de gevoelens van anderen.

2. Communicatie

  • vindt het lastig om over-en-weer gesprekken te onderhouden (ook over andere onderwerpen dan puur zijn/haar eigen interesses);
  • heeft moeite met het gebruiken en begrijpen van humor;
  • heeft geen begrip van spreekwoorden en gezegdes;
  • ondersteunt communicatie weinig door gebaren;
  • heeft bijzonderheden op het gebied van taal: Neemt dingen vaak letterlijk (bijvoorbeeld: “pak je jas” en het kind pakt de jas zonder deze aan te doen); ouwelijk taalgebruik boekentaal; echolalie (pagegaaien)/standaardzinnetjes; praat over zichtzelf in de derde persoon (“hij/zij”).

3. Stereotypieën

  • heeft beperkte interessegebieden (bijvoorbeeld alleen geïnteresseerd in dino’s of computers);
  • kan niet fantasievol spelen;
  • verliest zich niet in fantasiespel;
  • houdt zich vast aan rituelen (doet dingen steeds in dezelfde volgorde);
  • houdt zich sterk vast aan regels;
  • kan moeilijk omgaan met veranderingen.

4. Prikkelverwerking

Er is sprake van een opmerkelijke prikkelverwerking: hij/zij is opvallend over- of juist ondergevoelig voor bepaalde prikkels. Bijvoorbeeld ruikt aan alles, blijft in het tasten/bevoelen hangen, is zeer geïnteresseerd in lichtflitsen, bedekt steeds zijn oren bij harde geluiden.

Maakt over het geheel genomen geen leeftijdsadequate indruk

Bron: Bijlage ASS alarmsignalen lijst 4-18 jaar (Dietz & Berckelaer, 2013), NCJ Richtlijn Autismespectrumstoornissen 2015.

Als je drie of meer kenmerken herkent (en niet uitsluitend binnen één gebied) is het aan te raden om verdere stappen te ondernemen.

LET OP!
Vind je minder dan drie signalen van toepassing op je kind, maar maak je je toch zorgen? Ook dan is het goed om die zorgen verder te onderzoeken en te kijken of ze terecht zijn. Je kan jouw zorgen bijvoorbeeld bespreken met een professional.

 

Blijf op de hoogte

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe informatie over autisme bij jonge kinderen? Meld je dan aan voor de gratis digitale nieuwsbrief van het Landelijk Expertisenetwerk Autisme Jonge Kind. De nieuwsbrief verschijnt ongeveer 4 keer per jaar.

Ja, ik schrijf me in voor de nieuwsbrief >

Wil je meer weten over (de diagnose) autisme? Bezoek de website van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA).

deel: