Screeningsvragenlijsten
Screeningvragenlijsten kunnen ouders/verzorgers en professionals helpen om beter zicht te krijgen op gedrag en ontwikkeling van een kind. Om vervolgens samen te beoordelen welke volgende stap het meest wenselijk is.
0 – 4 jaar
Voor kinderen tot 4 jaar wordt in de JGZ-richtlijn geadviseerd gebruik te maken van de CoSoS (Communicatie en Sociale ontwikkelings Signalen). De CoSoS bestaat uit 14 vragen die gaan over sociaal gedrag, communicatie, spel en enkele andere gedragingen. Ouders/verzorgers kunnen de vragenlijst online invullen. Daarmee krijgen zij een indruk of nader onderzoeken van gedrags- en/of ontwikkelingsproblemen wenselijk is. Echter, voor een betrouwbare uitslag is het goed als de professional de vragenlijst nog eens doorneemt met ouders/verzorgers en ook eigen observaties meeneemt in de beoordeling.
Download het CoSos Scoringsformulier of vul de vragenlijst online in.
Ga naar de online CoSos vragenlijst >
Er zijn in Nederland ook enkele andere screeningsvragenlijsten beschikbaar. Zie voor meer informatie de websites van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) en het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KJP)
4 jaar en ouder
Voor kinderen van vier jaar en ouder wordt in de richtlijn onder andere het gebruik van de SRS-2 (Social Responsiveness Scale) en de SCQ (Social Communication Questionnaire) aanbevolen. Zie verder de website van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Betrouwbaarheid van de screeningslijsten
Veel van bovengenoemde screeningslijsten zijn in wetenschappelijk onderzoek op validiteit en betrouwbaarheid onderzocht. In het algemeen kan worden gezegd dat de lijsten een goed hulpmiddel zijn om te beoordelen of er sprake is van een verhoogd risico op ASS. Wel is het heel belangrijk om daarbij het volgende te bedenken:
- Een screen positief resultaat (=uit de screening komt een verhoogd risico op ASS) hoeft niet perse te betekenen dat er ook daadwerkelijk sprake is van ASS.
- En andersom: Een screen negatief resultaat (=uit de screening komt geen verhoogd risico op ASS) hoeft niet perse te betekenen dat er daadwerkelijk geen sprake is van ASS.