Casus Sam
Moeder van Sam:
“Al vrij snel na de geboorte van Sam, had ik het gevoel dat er iets niet klopte. Ik kon mijn vinger er alleen niet op leggen. Ik uitte mijn zorgen bij het consultatiebureau en de reguliere kinderopvang. “Ieder kind ontwikkelt zich anders.“ kreeg ik te horen en daarmee was het klaar. Naarmate Sam ouder werd, kregen we steeds meer vermoedens van autisme en hebben we de jeugdarts om een verwijzing gevraagd voor diagnostisch onderzoek. Sam werd onderzocht en net na zijn tweede verjaardag kreeg hij inderdaad de diagnose ASS. Eindelijk erkenning en toegang tot de juiste hulp! Sam begon in korte tijd enorme sprongen vooruit te maken. Omdat hij nog zo jong was, pikte hij alles razendsnel op. We kunnen soms nog steeds niet geloven hoeveel hij gegroeid is de afgelopen jaren en ik weet zeker dat dit zonder alle hulp nooit gelukt was. Hoewel de zorg en opvoeding van Sam nog altijd veel energie kost en moeilijk blijft, gaan we de toekomst nu vol vertrouwen tegemoet!”
De ouders van Sam hadden al snel na zijn geboorte een niet-pluisgevoel. Sam was een onrustige, bewerkelijke baby. Hij was moeilijk tevreden te stellen en had veel problemen met in- en doorslapen. Rond 12 maanden kreeg Sam extreme woedeaanvallen die nauwelijks te doorbreken waren en een jaar later is het gezin compleet vastgelopen. Op eigen initiatief vroegen zij de jeugdarts om een verwijzing naar de gespecialiseerde GGZ, omdat zij inmiddels sterke vermoedens van autisme hadden bij hun zoon.
Sam is net twee jaar als bij hem de diagnose ASS wordt gesteld. Hij praat nog niet, maakt nauwelijks contact, is vaak boos als dingen niet gaan zoals hij wil, en hij zet het liefst auto’s steeds op een rij. Hij heeft heel veel moeite ’s nachts door te slapen. Ouders zijn overbelast.
Binnen een gespecialiseerd centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie wordt gestart met een training voor ouders gericht op het stimuleren van contact, communicatie en spel met Sam. Daarnaast gaat Sam naar een gespecialiseerd kinderdagverblijf en er wordt thuishulp ingezet gericht op het verbeteren van het slapen. De fragmenten geven een idee van hoe vroege behandeling kan bijdragen aan het stimuleren van de ontwikkeling en het ondersteunen van positieve ouder-kind interacties.
Fragment 1: aanvang behandeling
In dit fragment is te zien hoe Sam bij aanvang van de behandeling contact met de behandelaar afwijst. Ook laat hij moeder niet toe in zijn spel.
Fragment 2: een maand later
Een maand na de start van de oudertraining is Sam al meer gericht op het contact. In dit fragment is te zien hoe vader op een hele enthousiaste manier een spelletje doet met Sam. Vader gaat er pas mee verder gaat als Sam hem even heeft aangekeken. Op die manier leert Sam meer gericht te zijn op de ander. De activiteit en voor zowel Sam als voor vader heel motiverend!
Fragment 3: nog een paar weken later
Sam leert nu ook door aan te kijken te vragen om een voorwerp (blokje in dit geval). Moeder houdt een deel van de blokjes die Sam wil hebben bij zich zelf. Daardoor moet Sam wel contact met haar maken als hij een blokje wil hebben. Moeder geeft niet direct wat hij nodig heeft, maar wacht even op het contact. Door het contact vervolgens te belonen met het geven van een blokje, leert Sam beter contact te maken.