Er zijn (nog) geen zorgen, waarom toch vroeginterventie?
ASS (autisme) is een ontwikkelingsstoornis die in de eerste levensjaren steeds meer zichtbaar wordt en risicovol is voor de ontwikkeling van het kind. Wanneer de symptomen licht zijn en/of ouders sensitief kunnen aansluiten bij de sociale- en ontwikkelingsbehoeften van hun kind, kan autisme onopgemerkt blijven.
Toch weten we uit onderzoek dat de meeste ouders terugkijkend het gevoel hadden dat hun kind zich ook al in de baby- of peutertijd anders ontwikkelde. Dit is nóg sterker het geval als ouders al een ouder kind zonder autisme hebben, waarmee zij hun kind kunnen vergelijken.
Wanneer een kind zich minder vanzelfsprekend ontwikkelt, is dit niet alleen risicovol voor de ontwikkeling van het kind, maar ook voor de ouder-kindrelatie en het functioneren van het hele gezin. Het afstemmen op de behoeften van het kind is lastiger doordat het kind onduidelijke signalen uitzendt of bijvoorbeeld snel overprikkeld raakt.
Uit onderzoek komt naar voren dat interventie juist op jonge leeftijd effectief is, omdat jonge kinderen gemakkelijker nieuwe informatie kunnen opnemen. Ook is de omgeving van jonge kinderen beter te beïnvloeden, omdat deze nog relatief klein is en meestal nog vooral de ouders of verzorgers betreft.