Wie doet wat?
Vroegherkenning van ontwikkelingsproblematiek (zoals ASS) kan in principe door iedereen gebeuren. Door ouders / verzorgers, door familie en bekenden om het kind heen, of door professionals die werken met jonge kinderen. Zij weten hoe de ontwikkeling van kinderen normaal gesproken verloopt en kunnen op basis daarvan een zogenaamd ‘niet pluis gevoel’ hebben, als een kind zich anders lijkt te ontwikkelen. Lees meer over vroege signalen van ASS, 0 – 4 jaar en 4 – 6 jaar.
Screening op ontwikkelingsproblematiek voor kinderen in de leeftijd van 0-6 jaar is het meest passend bij professionals werkzaam in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) die hiervoor opgeleid zijn, zoals de jeugdarts of –verpleegkundige. Maar ook bijvoorbeeld de huisarts, een medewerker van Integrale Vroeghulp of logopedist zou een screeningsvragenlijst samen met ouders/verzorgers in kunnen vullen, de hulpvraag van ouders in kaart kunnen brengen en beoordelen wat vervolgens nodig is.
Diagnostiek bij een vermoeden van ontwikkelingsproblematiek en classificatie is voorbehouden aan professionals (zoals kinderpsychiater, klinisch psycholoog en/of gz-psycholoog) werkzaam in een gespecialiseerd centrum voor jonge kinderen.
Een handig hulpmiddel bij diagnostiek is de Factsheet autisme-diagnostiek bij jonge kinderen (0-6 jaar). Deze Factsheet geeft ouders en professionals inzicht in het proces van diagnostisch onderzoek binnen de specialistische GGZ. De factsheet geeft een duidelijk overzicht van de voorwaarden, de aandachtspunten en de vereisten voor diagnostisch onderzoek (lees ook het artikel ‘Snel in actie komen bij een vermoeden van autisme’)